Zeemansgraf
Olijftak omrande viermaster
oogde verbleekt
alsof zij reeds rouwden
Anker op de hand verschrompelt
eens krachtig
kon niets meer houden
Stoere tatoo
trots teken van weleer
nu een spookschip
de olijftak een veer
De oude zeeman
sleet dagen langs de maas
Vermoeid betraande ogen
turend in de verte getaand gelaat
miste schip en maat
Altijd trekt het water
gekrijs van meeuwen Jan van Gent
gure wind ruisen der golven
dat hij zo goed kent
Zijn leven lang op zee gezworven
avonturen de wilde vaart
zij was zijn grote liefde
geen vrouw die het evenaart
De zee met haar herinneringen
die hij altijd bij zich draagt
graag had hij op haar willen sterven
als zij het had gevraagd
Zijn vrienden nimmer wederkerend
vertrokken met hemelen schip
hij had hen allen weggebracht
om nooit meer aan te meren
uit het duister van de nacht
Vermoeid zet hij zich neder
daar op die verlaten ka
daar hoort hij de zang
der meerminnen in zijn gehoor
zoet zalvend zijn de woorden
velen gingen hem reeds voor
Berustend glijdt hij in het water
omarmt door de nimf die hem kust
boven hem sluiten zich de golven
hij ervaart de serene rust
De stilte is te horen
slechts onderbroken
door een witte schreeuw
de drager van zijn ziel
vertrokken is de meeuw
Inzender: Borst.J, 16 januari 2005
Geplaatst in de categorie: afscheid