inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 6.541):

Zondeval

De straat verdampt onder een regenboog
Een brute bende jaagt door de krottenwijk
Door ijswind verkruimeld
De toegang tot het marktplein is versperd

Dus kraken ze de kerk
Razend door het middenschip
Met een stormram breken ze het altaar doormidden
Laten een zuil, een kruisgewelf trillen
Kerven in het Lam Gods
Met slijk wordt de dunste verfstreek bevlekt
Hun jacht breidt uit
Naar gesnoeide rozenperkjes

Voortuinen in prille bloei
Moeten dringen omgewoeld
Koud zweet breekt uit

Tot de opperrebel om zijn moeder jankt
Met geel schuim op de lippen
Paarse vingertoppen
Doorlopen oogwit
De speekselbel die openspat

Hij wordt weer kleuter
Achter de spijlen van een speelpark

Hij is verslagen
De vernieldrift uitgeblust
Verminderd tot een wijngaardslak
In het vaal zand dat opstuift
En het koren striemt

Zo kruipt hij door de wei
Langs het dartel vee
Dat doofstom blijft voor zijn klacht
Rondom stromen stille getuigen toe
Onder meer een herdershond
Die aan zijn slijmspoor snuffelt

Schrijver: Wim Veen, 22 februari 2005


Geplaatst in de categorie: moraal

3.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 622

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)