Moederkloek
Ma droeg een lege fles naar de kelder
Wijn van een gezegend jaar
Glipt uit haar losse greep
Ze tast naar het hoofd
Hoe bestaat het?
Gehurkt in een dode hoek verstop ik me
Ze lijkt aan de trapleuning vastgelijmd
Haar lippen als met bijenwas verzegeld
Kloven van de droogte
En net daar
Aan haar stramme voeten
Lagen vergeelde najaarswensen
In snippers rondgestrooid
Waarom kwam ze daar?
Om te vergeten hoe het huis beeft
Hoe tafel en bed in slijk verzonk
Omringd door dik beton
Hoor ik het gesuis in mijn schedel
Een hersenvlies dat scheurt
Rondom verspreide scherven
Glassplinters waarin ik rol
Tot ze me sussend naar boven draagt
Geplaatst in de categorie: ouders