haar blik
Haar blik staart oeverloos,
zonder begin of eind.
De ogen zijn dof en glansloos,
zodat de geest wegkwijnt.
Snakkend naar lucht,
van uitputting verstijft.
Niet één kleine zucht,
die haar verder drijft.
Het loodzware juk moet ze zelf dragen,
ze durft het aan niemand vragen.
De wangen bleek en aderloos,
het gezicht als steen zo broos,
uitgehouwen zonder gevoel,
als ijs zo koel.
Geplaatst in de categorie: emoties