Kras
Slepend gaan zijn passen
over het zanderige pad
de winterse schoonheid
van het bos kan hem zelfs
vandaag niet meer bekoren
schouders iets opgetrokken
het hoofd naar beneden
beide handen in de zakken
maar verstoken van warmte gaan
zijn stappen trager en trager
niemand die hem wijst op
de kleurrijke paddenstoelen
half verscholen achter of
onder een boom, gevallen
bladeren dempen elk geluid
waar stilte schreeuwt om
haar die elke nieuwe dag voor
hem liet glimlachen zwijgt
immense leegte in de herfst
van zijn eens zo rijke leven
aangekomen bij de holle boom
waar in het verleden zoveel
woorden door hen beiden zijn
achtergelaten leest hij nogmaals
hun beider namen ooit gekerfd
in de nog jonge stam en ziet
haar gezicht heel helder net
of zij even naast hem staat
en licht zijn doorgroefd gelaat
beroert, ja, zij mist hem ook
Geplaatst in de categorie: verdriet