een schim
ik bewoog nog eenmaal
mijn handwarme glas
keek met weemoed
door het gebladderd venster
het raamwerk begrensde mij
met dat wat was
achter in mijn diepe tuin
bij het bouwvallig priëel
zag ik nog haar schim
langzaam verscheidend
in een duistere kim
ik draaide me om,
nam een laatste slok
onder de dode schemerlamp,
begroef daar mijn gelaten gezicht
mijn toekomst was weer
op het verleden gericht
Geplaatst in de categorie: afscheid