ZEEBEVING
Het waait zo hard, maar binnen is het kalm
Het beven van de zee is daar voorbij
Haar vrijbuiter heeft lichte averij
Maar blijft voor haar het neusje van de zalm
Zijn denken lijkt geheel te zijn bedolven
Verdoofd nog van de huizenhoge golven
Slapen wat restgedachten op het strand
Ze legt ze in een aangevreten mand
Aan wie in 's hemelsnaam geeft ze die prijs
Aan onbekenden, middels flessenpost
Aan strandvonders, bij ontij aan de kust
Of aan een kuil, de meeuwen, wat is wijs?
Het is allesbehalve lichte kost
Die- vederlicht liefst- in haar regels rust
Geplaatst in de categorie: psychologie