het nachtelijk gerecht
als mijn schaduw slaapt, als het ware
en mijn ziel opgaat in het onbestemde
nee, niet in de alom eeuwige rust,
dan drijf ik af, weg van de bewuste vaste wal
dan wordt mijn heden, wat dat ook moge zijn,
met het verleden in schemerland gesust
of haalt de geest de prikkels van stal
die doorheen de dag, bij ogenschijnlijk licht
hetzij van liefde, hetzij van pijn of anderszins
zich gedragen als een waterval
en worden zij ongeremd en onvoorwaardelijk
aan het vonnis van het grijze gerecht gericht
zo zal het gaan, ach wat weet ik er van
langs al die ellenlange wegen in het brein
God, wat heb ik nog te zeggen
ik ben onderdanig overgeleverd
aan de immer voortdenderende nachttrein
Geplaatst in de categorie: overig