Aardrijkskunde
Het paviljoen vertrekt
in stukken van het strand
op platte wagens –
oktober is ontruiming
lispelt de dame in het zwart
Hij draaft maar rond
in minderende kringen
op minderend zand –
niemand splijt nog wateren
niemand schept een pad voor hem
Grijs de dagen
zat van regen de akkers
nooit vol de zee
en 's avonds waait nog van verre
fijn zand in hoeken en gaten
Ik wil de kust
overzien van Eems tot Zwin
en dat kan
als ik vleugels huur
en mij verhef
In het noorden
stuiten de Hoogovens
mijn blik
en de rook van hun pijniging
stijgt op in alle eeuwigheid
Op de vlakte
in het zuiden aan de Maas
één hoge schoorsteen –
Schwarze Milch der Frühe
drijft mij in gedachten
In het westen
slierten boven de golven
gretige meeuwen -
een hele rij kotters
jaagt op garnalen
ZONNELEEN
De episoden van Amos 2006.40
Geplaatst in de categorie: haiku