Slapend lichaam
Zienderogen gooi ik
nabij de
in zwart gerezen pluim,
de aarde,
en dicht ik desperaat
daarin tegen weer terug.
Opgesloten door
vlees en bloed,
vlecht mijn gedaante
tralies in haar materie.
Versierd word ik
verdoemd door kettingen
van zwakte
in gehoorgestoord,
wezenloos vel
Op de top der toren
die slechts de bodem krabt
jeukt kracht in het niemendal.
Geplaatst in de categorie: lichaam