geuren (Shakespeare-sonnet)
als ik de natte aarde ruik en schuil
klinkt plots een echo, roep van lang geleden
een duif misschien of toch een wijze uil
dan ga ik naar het bos, ben moegestreden
de boom verstoot het blad, de aarde mij
het spleen zal ik waarschijnlijk niet ontspringen
de herfst met al zijn geuren voelt dichtbij
toch zal ik van zijn kleuren blijven zingen
dan lig ik stil en luister naar het bos
zie ik nu toch heel hoog een nevelvlek
bevrijd laat ik de smalle wereld los
en langzaam vormt het blad een bladerdek
zo slaap ik zacht de hele winter lang
een koekoek wekt mij met zijn lentezang
Zie ook: http://www.tsilasjira.web-log.nl
Schrijver: Tsila, 5 februari 2007
Geplaatst in de categorie: vrijheid