zijn lange, zwarte jas
opnieuw wacht hij onder mijn raam
herhaalt het wegvallen van tijd
wanneer uren nog nauwelijks spreken
en mij tot vreemde maken
zonder het zelf te weten en met
mijn stem op zijn rug, knik ik hem toe
het gezwel van stilte in mijn handen
hij mompelt nog steeds, voorover gebogen
draagt zijn jas op wijzers van de nacht
heen en weer, af en aan
mijn raam voorbij
misschien morgen, fluister ik hem toe
Zie ook: http://blog.seniorennet.be/kerima_ellouise/
Schrijver: kerima ellouise, 28 maart 2007
Geplaatst in de categorie: psychologie