Het verbreken van onwetendheid
Vol ongeloof ritselend en dwarrelend
Jaagt de herfstwind de gevallenen voort
In het zachte mos lag zowaar ‘t end
Opeens was daar de hemelpoort
De zomerwind had speels aan ze getrokken
En nooit hadden ze vermoed
Dat ze spoedig zouden ontvallen
Om gedragen te worden in de stoet
De lentewind had mooie beloften gebracht
en ’n ruisend gezang over d’oneindigheid
en zij waren de volgroeide lentepracht
die eenieder zo benijd
Als de onherroepelijke vergetelheid
Dekte de winterwind met sneeuw alles af
Maar er knopte al weer onwetend leven
Onbevangen, vol hoop in ‘t bladerengraf
Geplaatst in de categorie: filosofie