Goddeloos geweld
Onder mijn voetstappen trilt de aarde:
doden klagen in hun graf steen en been,
maar ik laat een ieder in zijn waarde
en dus gaat niemand ooit nog zinloos heen.
Dien ik enkel sinistere heren,
of ben ik toch goed en u het kwaad,
wanneer ik geen godsbeeld ooit zal eren?
En wie neemt nu van wie de maat?
Ik strooi de as van miljoenen doden
op de daken van tempels en kerken,
verblind daarmee de starende goden.
Met mijn laatst mij gebleven krachten
haal ik knoken vanonder de zerken,
mep botweg ùw god uit ùw gedachten.
Geplaatst in de categorie: geweld