het mandje van Jantje
in deze streken woonde eens een graaf
bekend als vechtersbaas en dwingelandje
hij huisde in een zeer aanzienlijk pandje
daar ging hij met de adel in conclaaf
zijn leven was, zo werd beweerd, puntgaaf
de ooievaar bezorgde hem toen Jantje
het ventje bleek al snel een lastig klantje
verwend tot op het bot, beslist niet braaf
hij luierde en wees maar met zijn handje
zijn bezigheden bleven uiterst vaag
hij kuierde in ’t donker door Den Haag
met aan zijn arm een steeds gesloten mandje
wat zat er in dat mandje, rees de vraag
men fluisterde: een geestverruimend plantje
(vrij naar een oud kinderliedje)
In Den Haag daar woont een graaf
En zijn zoon heet Jantje.
Als je vraagt: Waar woont je pa?
Dan wijst hij met zijn handje.
Met zijn vingertje en zijn duim,
Op zijn hoed draagt hij een pluim,
Aan zijn arm een mandje.
Dag, mijn lieve Jantje!
Zie ook: http://www.daandeligt.nl
Schrijver: Daan de Ligt, 19 februari 2008
Geplaatst in de categorie: lightverse