De Lente
Nog gehuld in ijzig zwijgen,
zie ik de vorst zijn witte rijp
over dak en tak verspreiden.
Maar spoedig kom ik en ga zwaaien
met mijn gouden toverstaf,
ik zal de vorst zijn kracht ontnemen,
tegen mij legt hij het af.
Ik doe opnieuw de knoppen zwellen
totdat elk zich mooi ontvouwt;
zij zijn de boden die vertellen
dat niets mijn komst nog tegenhoudt.
Dan zullen Bloem- en bloesemgeuren,
zich spreiden over stad en land,
de tuinen staan in vele kleuren,
de dotters aan de vijverkant.
De vogels vlechten weer hun nesten,
de lammeren zullen vrolijk zijn,
en de mens volop genieten
wanneer ik met mijn staf verschijn.
Geplaatst in de categorie: natuur