gesprek met de vos ( 2 )
`ik ben de vos’ zegt hij en gij
slechts een onnozel wezen, de
wereld verdampt met de adem
van zoveel verschroeid vlees
zie mijn woning, een vesting
tussen de braamstruiken met
maar liefst vijf voordeuren en
een woonkamer waar de zintuigen
tussen het bloed en botten slapen
Ik verstar, de aaibaarheid van
zijn onbereikbare binnenste wend
van mij af, het wildste wild toont
mij de kleinheid die ik ben
`o ja, vervolgt de vos’, argwaan
en liefde ken ik niet, het is meer
de koestering, het instant houden
van mijn soort zonder dialoog met
een mooie ondergaande zon of de
romantiek van een vrijend paartje
in een duinpan als ik weleens passeer
vlees op vlees, een konijn sterft
altijd met vragende ogen, maar ik
bijt door, zijn bloed verwarmd mijn
hart, het vlees ziet machteloos toe
ik neem het oude uur
van nacht naar dag
de vos draait zich om en verdwijnt
wapperend slaat zijn pluimstaart, meer
van grijnzend ongenoegen, er is geen
verkeerd woord gevallen van erbarmen
domheid en sluwheid zijn met stomheid
geslagen, ik blijf achter in verbazing
Zie ook: http://riegpoezie@gmail.com
Schrijver: Rieg, 4 maart 2008
Geplaatst in de categorie: natuur