Was ik kind gebleven
Veel liever was ik kind gebleven
sprankelend als een vleugje kwik
Genoot ik van kommerloze dagen
want jij was jij en ik was gewoon ik
Altijd kapot leken onze ruwe knieën
In onze haren bengelde vaak wat gras of hooi
De zomers leken eindeloos, heel zonnig
Ons avontuurlijk leven was gezapig maar zo mooi
We knoeiden dagelijks schromelijk met ons voedsel
Om netjes te eten hadden we immers niet de tijd
Kregen van onze ouders steevast op onze donder
Toch wilden zij die bengels van kinderen niet kwijt
Veel liever aanschouwde ik de grote wereld
heel hoog gezeten op de schouders van mijn pa
Dan voelde ik weer hoe sterk zijn schouders eens waren
Maar nu kijk ik zijn gekromde gestalte oneindig lang na
Geplaatst in de categorie: liefde