Thuishaven
We zagen poezen en konijnen,
treinen, karren, soms een fiets
bouwden uit gestapeld niets
de allermooiste luchtkastelen
zilvermeeuwen gilden schril
over het schrale van hun vangst
maar als wij beide ogen sloten
murmelde ons universum stil
nu treft de blik enkel nog grijs
krijgt geen droom meer eigen vorm
schuilen vogels voor de storm
schreeuwt de wereld mij van wijs
kijk ik afgunstig naar een boot
vredig dobberend aan de wal
omdat jouw schip op volle zee
in eenzaamheid voor anker ging
Geplaatst in de categorie: verdriet