met kleine gezichten
opnieuw
raakt mijn stem
de dagen van dobberende bootjes
op vuurduinen te traag
tussen vreemde mensen
ik ben getuige van mijn mond
waarin iedereen verdwijnt en de zee
hetzelfde begint te zijn
kinderen lopen naakt hun lijfjes voorbij
met licht en schelpjes
aan het oor
in en uit het water, hun adem
langs de barensweeën
alsof dit gedicht te beluisteren valt
in de baarmoeder van
het zand
Zie ook: http://blog.seniorennet.be/kerima_ellouise/
Schrijver: kerima ellouise, 14 september 2008
Geplaatst in de categorie: psychologie
met een bijzonder mooie afsluiting.