Wie dacht
Wie dacht dat hij de waarheid kon ontvluchten
Het leven naar zijn handen zetten kon
Wie dacht dat na een dag met straaltjes zon
Een fase kwam met louter blauwe luchten
Wie dacht ik heb echt geen gevaar te duchten
En als ik dorst heb vind ik steeds een bron
Wie dacht ik reis voorbij de horizon
Waar ik niet hoef te klagen of te zuchten
Die kwam steeds van een koude kermis thuis
Die heeft zijn hoofd al vaker hard gestoten
Want op zijn lijn was regelmatig ruis
En door de feiten werd hij teruggefloten.
Het leven gaat met horten en met stoten
En speelt met ons voortdurend kat en muis.
Zie ook: http://www.zaaiteendracht.nl
Schrijver: Hans Manders, 1 maart 2009
Geplaatst in de categorie: filosofie