Op de zoden en het striemen
Plots
sta ik buiten
het weer stormt me intiem
ik was net heel hard
over de schreef gegaan
het striemen
van harde regen
doet me uitwaarts treden
uitwassen op mijn huid
sporen van de uiterste grens
tot waar een mens kan gaan
alsof ik er aan doen kan
bliksemen mijn benen
tot aan de grond, de afgrond
veroordeeld tot de zoden
ontdaan tot naakte grasspriet
ik maak me boos in de wind
zij blaast me het rood uit de ogen
het metaal uit spieren die zich opwinden
wordt er met temperende felheid uit geslagen
kracht ontglipt me
en ik zink onder het gras
mijn lichaam is een keten
van tegengestelde spanningen
de geest een mierenzweethut van inkeer
want de aarde zou me niet meer dragen
op het slagveld van deze offerande
het is nu wachten op de maan
op het altaar van de opluchting
daar hoog, wordt alles vergeten
in ontvankelijkheid van gedachten
Geplaatst in de categorie: individu