voor m.-j.
ruw ochtendlicht
legt overal opnieuw
en onweerlegbaar
de oneffenheden naar boven.
de kamers van mijn herinneren vouwen
zich gehoorzaam dicht
en gerammel van onder meer
vuilnisemmers draagt geen rust
tot terugzeuren aan.
tot mijn voorwerp van ontferming
ligt gevouwen
in dromen onder nachtwol:
dan lach ik haastig alle grappen weer
struikel over oude omhelzingen
en probeer verwaaien
tegen te gaan van een begin
aan verstandhouding
tussen ons: twee kinderen nog
in een andere stad.
Geplaatst in de categorie: liefde