Meetloos
Zij glijden door sloten de
wereld in, in lekke boten vol
hoorngeschal, stuift zand in
rauwe stemmen, lichamen te
groot voor peddels waar zij
mee roeiden, werden intieme
vrienden in woelige wateren
van de nood, reis op beider
voeten sinds zij groeiden,
door mild en vertekend land,
vindbare lidtekens gaan van
hand tot hand, geschreven op
een vervlogen krant, waait
ritselend op in een gestorven
zucht om de tijd te ontmoeten
buiten mijn medeweten om. Op
de rug wacht een verlangend
kind wat lacht, mij toedekt,de
handen strekt, worden kromme lijnen
zacht in een meetloos mededogen
tot de sluimerende dood, die wacht.
Zie ook: http://www.pamapoems.nl
Schrijver: pama, 5 maart 2010
Geplaatst in de categorie: filosofie