De Wiggelaar
Beneden voert een holle weg
waar groene heggen kronkelen,
langs een nauw verleden waar de
stilte zich genesteld heeft in het
‘omen’ van de olmen naast de kerk,
verheft zich tijd naast eeuwigheid,
daar huist een heremiet in z’n
eenzaamheid, mens voornoemd:
als Wiggelaar, ontvlecht de oude eiken
van hun pijn, loogt de holle frasen
van tijd in azijn, wiggelt wind en
water om orakels in te zomen in
dromen verhuld in een gouden pij;
de vrijplaats van alle borelingen.
Hij beziet z’n zegeningen in het prisma
van de stervelingen, plaatst rozen van
sterrenstof in uitgeslepen wegen,
zwarte spiegels van de kosmos, die om
een nieuwe trap naar de toekomst vragen.
Hij schenkt geest en gave uit reine aarde,
maakt de wereld stil en groot, daar houdt de
dood haar adem in, zich op een baar op
zijden voeten in eeuwen weg te dragen.
( “Cito pede labitur aetermum” )
"Waarop te wachten mijn schaduwvriend,
om samen het houten kruis te schragen
net zolang je de hemel vind ? “
Zie ook: http.//www.pamapoems.nl
Schrijver: pama, 29 mei 2010
Geplaatst in de categorie: mystiek
Dat is misschien wel het noodlot van de mens.
Fijn om te lezen.
Erg creatief geschreven.
met een knipoog en een traan, prachtig gedicht.