Gouden hart
( voor Hans Lodeizen )
Een jongeman, zo teder en fragiel, ademde
zijn korte leven de poëzie in en uit als
een eeuwigheid. Er bloeiden rode rozen uit
zijn rode mond en gele en roze, vooral roze.
Hij bracht de kleuren van de papegaaien en
de regenbogen onder woorden, soepel als een
lasso, hij zalfde ons met de zachte golven
van zijn geurige lichaam, terwijl aftakeling
hem tergde als een gifslang in zijn bloeds-
omloop, bleef hij tot zijn laatste adem
poëzie halen uit het diepst van zijn longen,
de gouden blaasjes naast het gouden hart.
Geplaatst in de categorie: lichaam