Ik, broer van mijn moeder
je komt me morgen toch halen hè
vraagt ze zacht doch met dringende ogen
als ze merkt dat ik haar verlaat
natuurlijk, morgen om tien uur ben ik er
het bezoek aan haar duurt een eeuwigheid
maar met veel genegenheid over dat ene gepraat
ik mag toch wel een paar dagen
naar vader en moeder
dat vinden zij toch wel goed
natuurlijk, ik zou niet weten waarom niet
hoe laat kom je dan
men hoeft het hier toch niet te weten
een paar dagen
wat zegt vader er van
ja, die vindt het goed
ha fijn dat je mij komt halen
morgen hè
ze heeft een ogenblik goede moed
wat zit je haar zo vreemd
is dat mode
ik ken je niet zo
weet moeder al dat ik kom
en Klaas
daar ben ik toch een koppel mee
die zie ik nooit
ja, vader is een echte baas
hoe gaat het met hem
mag ik nu ......
neen, zeg ik, morgen
goh wat fijn dat je er bent
*
ze leeft heden
in het verleden
ben van zoon
broer geworden
zij ziet om naar morgen
maar die zit in mijn
leugen verborgen
Zie ook: http://blog.seniorennet.be/julius_dreyfsandt_zu_schlamm
Schrijver: julius dreyfsandt
Inzender: julius dreyfsandt zu schlamm, 13 juli 2010
Geplaatst in de categorie: ziekte
dit is absoluut een 10 waard, wel jammer dat ik niet hoger kon geven.
zo mooi en rakend geschreven!