de haarlok
de haarlok
als dichter al sinds lang gedoemd tot démentie
verdroogd, verdord, háást uit de tijd
denk ik zo soms met wel wat spijt
aan mijn al eeuwen terug vervluchtigde esprit
mijn hart dat klopte voor zo menig jonge vrouw
natuurkracht die zich niet liet ringeloren
waarbij ik fluisterend mocht horen
dát wat ik graag vernemen wou
ooit mocht gíj mij eens toebehoren
en ik nadien in het ochtendgloren
een lok met weemoed strijken uit uw kalm gelaat
terwijl een kerkklok de vijf uren slaat
het is al maart, de middernacht is dáár
een steenuil scheert geruisloos in zijn vlucht
langs het venster waar uw hoofd op het kussen rust
de maan beschijnt de lokken van uw zilvren haar
nu rest mij slechts 't geheugen weg te slijten
te zorgen dat het leven niets valt te verwijten
en bij het schijnsel van het dovend licht
nog vaag de haarlok zien voor úw gezicht
Geplaatst in de categorie: vrouwen