Goudvink
Toen ik in de dwaaltuin liep
zag ik een goudvink.
De wereld was een zonnige dag
een geluksmoment lang!
Ik struikelde en viel
in het stenen boek van de tijd.
Ik hield me vast
aan stilgevallen wijzers.
Het potlood in het opengeslagen boek
wees met vermoeide punt naar de Babylonische uren.
Ik moest en zou het onbereikbare leven beroeren
zanderig schraapt de tijd over mijn huid.
De zonne-uren waarin ik me weelderig baadde
laten me ontworteld los
Voorbij, de tijd gaat aan me voorbij
Het vuur laat zich niet veroveren.
Geplaatst in de categorie: tijd