Later
“Ik ben uw vriendje niet meer."
"Nooit meer ?", weerklinkt een kinderstemmetje.
"Nee, nooit meer."
Het begint te waaien
terwijl ik luister naar het vrolijk spel
bij de buren. Daar geuren bloemen.
Grenzen keren. Niemand dringt binnen.
Naaldbomen, ooit zelf geplant, lopen
langs de jaren, dag aan dag.
Ik groet de vogels, wil even aaien
met mijn duim en het zicht op het heden; voortdurend.
In deze ronding is alles vreemd.
Alleen bladeren vallen op dit gras
als veel te lage, grijze wolken.
Vrienden lijken op zichzelf.
Ik klapwiek vruchteloos. Er staat een
stam voor mijn raam.
Geplaatst in de categorie: psychologie
sluimerend in kinderzeer.
maar ze wordt verder gedragen door de wind. Prachtig Kerima.