"Benedenloop",
Buiten meandert de rivier ver
gebleven van de stad, laat z’n
stem tot mij klinken, neemt
geruisloos het slib van de
gedachten mee als libellen
geruisloos op een berkenblad
in de waan en ongestilde hoop
naar de benedenloop zonder
ervan te drinken.
De wereld die ik bij name noem,
slapend in onbekende wildernissen,
de ziel niet groter dan een waterbloem
spiegeling in de kleur van gele lissen.
De grond, naamloos wat naar uitzicht
streeft,wat aan een verbeelding
kleeft,zich verwant voelt aan de
ruimte van het woelig water en een
altijd vragende wind, wat alles
overweldigd maar in andere zetting leeft.
Het kan het hart en kind niet dwingen,
te hunkeren naar een tijd die warm en
zwanger was van geuren van seringen
maar door onzekerheid verging tot as.
Zie ook: http://www.pamapoems.nl
Schrijver: pama, 7 september 2011
Geplaatst in de categorie: filosofie