Tramonto
Uitgeput, tot op de bodems van de menselijke
kracht gegaan, strompelt de vuurtorenwachter
in de akelige winter, waar zinloze pijn zijn
lichaam verwoest, waarbij het ijs niet breken
wil; de dood vreet in met zoutzuur, totaal in
zichzelf verloren, als het bitterste uit zijn
hart afvloeit naar de kraters van dodelijke
eenzaamheid, waar het gedachtenlava in een
forse druk explodeert, (of het pistool?...)
door een Gek met afstandbediening.
Verkalkte schuld wordt losgeweekt met injecties
pure heroïne en morfine, liters gaan er door zijn
lijf, hij is niemand die het wel geroken doodgezwegen
heeft en zijn hoofd ligt op de schaal, waar de heks
zijn bloedende mond nog kust, waarna hij tussen de
weelderige schaamtelippen angstig en verdrietig een
weg zoekt in het geheimzinnig verbodene, klapsigaar
luchtledig donker onder de geparfumeerde rokken.
Geplaatst in de categorie: woede