Moeder
Als ik je zo naar lucht zie happen,
zo teer en toch nog dapper,
wank’lend, terwijl je vroeger
vast op flinke benen stond,
je zachte stem nog zachter spreekt,
en ernst je lach verdringt,
je gladde haar nog grijzer glimt,
omringend diepe rimpels,
die zijn gaan passen bij je;
zo zelfs ben je mooi en vrouw.
Vanmiddag ruimde 'k je kast op,
je bloemensjaals, harige hoeden, blauw,
en dunne jurken, jassen
en ‘k vroeg me af of er dagen komen
dat je ze zult kunnen dragen.
Nee! Niet die van in de kist!
Je laatste kleinkind moet gezien.
En wij, zijn wij klaar zonder jou te zijn?
En vader, weduwnaar?
Geplaatst in de categorie: afscheid