schepen van hout
zeilen rennen vol langs touwen
gehesen ontluikend op de wind
vleugels van ganzen die opstijgen
eenmaal de haven verlaten verdwijnt
het land met klaagzang van meeuwen
die boven het wijde zog zweven
na het vertrek niet rijker noch wijzer
de harten gebonden in de lijven van
schepen van hout en mannen van ijzer
het dek rijst op een golf de houten romp
schudt als een paard nukkig geluimd
de boegspriet duikt briesend in schuim
gewend aan roekeloos zwerven zonder
toekomst met een vaag verleden vertrouwd
met de brand van zon jenever maar zelden
ontheemd en soms gekweld door het zout en
de pijnen van schepen van hout en mannen van ijzer
de zee beweegt als een groen kleed
op schuim geweven plooien zuigen vol
leven breken ongetemd langs smaragden
ketenen in gedachten is hun hart verpand
aan een ver wit strand wanneer de man
in de mars schreeuwt verrijzen aan
de horizon deinend blauwe paradijzen
voor schepen van hout en mannen van ijzer.
Geplaatst in de categorie: algemeen