Ankerplaats
tot buitengaats reikt mijn verlaten,
valt in stukken mijn kracht uiteen
veroordeeld, tot wijken naar verleden
naar fossielen uit het Laat-Mioceen
aldus, een schaduw waar ik aanlig
waarin ik evenbeeldig verschuil
tevens dorst naar ademwater
in smetvrees aan de klif boven vuil
hangende het verloop in diepte
noch tanende gewaden van heden
vergeet alles, hier blijk ik te zijn
en vatbaar te liggen voor rede
Geplaatst in de categorie: algemeen