Op 't verkeerde spoor
Vanwege de bon uit 't spoor
kopen we een magnum
“'k wil 't rustig zittend eten hoor,”
roep ik, “op 't perron”, maar het tocht
toch naar de trein dan
trap af trap op,
de sprinter staat er nog.
Als ik instap vind ik het rokje
van mijn vriendin ineens te kort
en mijn hemd te doorzichtig
en ons te oud voor ijs.
Spits, alles vol behalve aan de kant,
met één hand de zware rugzak naast me neer,
klapstoeltje uit, de ander heeft het ijs,
zie ik tegenover me
alleen maar mannenblikken, gulzig,
die lijken te kijken naar mijn likken,
naar 't zorgvuldig bijten van de chocola
die natuurlijk in mijn schoot, bruint,
ik pak, ik eet en lik,
en zij maar kijken
hoe ik lik,
mijn lippen zich om het ijsje klemmen.
De mondhoek van de man pal
voor me verraadt een lach,
maar niet naar mij,
een bink met bakkebaarden binnenpret
'k doe net of 'k niet op hen let
en leun tegen het raam,
maar voel me onschuldig
achter 't raam gezet.
Dit is gewoon ijs en het is warm
wil ik roepen.
Geplaatst in de categorie: reizen