Klein te zijn
nu wil ik schuilen in het 
vermotregende gras, zo klein
zijn dat geen mens mij nog ziet
en ik zal misschien afdalen
gaan slapen bij mierenvolkeren 
om weer ondergronds te ontwaken  
door de nauwe gangenstelsels 
waardoorheen soms het daglicht lekt
zal ik ronddolen en gaan leren
om te begrijpen dat architectuur
ook een optelsom kan zijn van velen 
daarna weer omhoog te gaan 
uiteindelijk weer terug omhoog
doordrongen van het kleinere
Geplaatst in de categorie: literatuur

Geef je reactie op deze inzending: