Een klein gebaar
zonder dat we er bij stilstaan
zijn we steeds op doorreis
en trekken bomenrijen voorbij
langs viaducten over dalen
je hoogte valt koud op het dak
daarmee wijken alle talen
zwijgend of niet, onverstaanbaar
het gaat immers om het gebaar
om het moment zonder misbaar
toen we samen aten en dronken
ik zie een hand grijpen naar glas
genoegzaam gevuld met aarde
dan is het tijd voor een wandeling
zolang het zonneweer toestaat
Geplaatst in de categorie: tijd