De bokser
Haar ogen priemen, ik voel haar kijken,
Kan een lach nauwelijks, nee... echt niet voor me houden.
Ik wil haar raken, maar kan enkel reiken.
Ben een bokser, verslagen, al in de touwen
die alleen overeind blijft, om er te zijn.
Ze deelt uit, plagende tikken, mijn benen papier
maar de deur op een kier, een vragende blik en,
Ik val in haar armen, kapot van de pijn
Ze haalt aan, haalt uit en nog voor mijn gezicht bij,
de grond is bedenk ik, ik heb niet verloren.
Want wat was ik daarnet, al was het maar even,
Mijn god wat was ik, dat even dichtbij.
Geplaatst in de categorie: liefde