Weefsel
Nu, op afstand en de volgende dag,
overdenk ik dat alles zo anders is
dan wanneer we bij elkaar zijn
Dan kan ik niet denken, alleen maar zijn.
Terwijl we bij de halte stonden,
keek ik naar het hotel,
de straat Juriaan Kok,
waarin de tram verdween.
De Haringkade, die nu verbouwd,
Seinpost, daar liep ik vroeger tegenop
om naar de film te gaan, ook dat weg,
maar de doorkijkjes zijn gebleven,
sommige gevels dezelfde,
de oeroude kastanjebomen.
Opeens zie ik je nu door het raam van lijn negen,
jij staat daar en ziet ons zitten,
eerder dan wij jou.
hoe jij daarna aan kwam fietsen.
Dan, met ons drieën,
in een andere samenstelling
vraag ik me af hoe ik je weg kan geven,
zoals jij mij.
Terwijl jij niet van mij en ik niet van jou
Ik zal doen dan alsof
het een soort leerprogramma is,
om nooit meer jaloers
nooit elkaars bezit,
om door elkaar gehutseld,
om ieder te eren,
elkaar alles te gunnen, lief te hebben
om nooit meer zo'n kleverige plakkende
claimende, pleisterband met elkaar te hebben
die pijn doet wanneer je hem verwijdert.
Nee om alles aan elkaar te breien,
te naaien, te weven
tot één groot ingenieus weefsel.
Geplaatst in de categorie: liefde