Lijf
Het hart bonsde alsof het
Levens redden moest
Terwijl de longen lucht opzogen
Als een op hol geslagen paard.
En terwijl de lever zich boog
Over de genuttigde vloeistoffen van gisterenavond
Zat geniepig de schimmel zich tussen
De tenen te ontwikkelen.
Nagels klapten dubbel
Tanden knarsten
Haren braken
En de oren besloten steeds iets harder te gaan piepen.
Enkelbanden sneuvelden
Vingers knakten, puisten groeiden
Kaken kraakten als een schuur
In de storm van 4 september.
"Wat ben je mooi"
Spraken de lippen van het
Dit lichaam liefhebbende figuur
En alles smolt.
Geplaatst in de categorie: lichaam