het dichten
heb het dichten nagelaten aan de zondvloed
waarin woorden stroomden die met vrede en strijd
de richting zochten, doch telkens verwezen zinnen
naar het niets, het niets waar vreemde begrippen
hun oorsprong vonden in een taal die ik slechts begreep
genoeg, bastaard ge hebt genoeg geletterd, tijd is
geen wapen maar een hebbeding die jij ter schrift
wou stellen, klinkers die in wanorde zijn opgezet
waren de mede-dienaars waar strofes als maangruis
oplosten in de welvaart van het telkens herontdekken
nachtelijke waarheden werden in den morgen ontrafeld
en gewist door een ter persoonlijke schaamte
dewelke mij ontbood aan de tafelen die het verstrijken
van de dag aan me opdiende al was het vis en aal
nooit was ik ontgoocheld, het leven kende mijn vluchten
en het rangeerde mij langs het spoor dat geen bestemming
bood en ik derhalve blootsvoets mijn afdrukken vereeuwigde
aan de rompslomp die mijn geest vergiftigt met waarden
waar vrees het eiland vond om te schuilen
in hetzelfde zand waar doornen mijn dromen ontnamen
Geplaatst in de categorie: individu