(Ont)Haast!
Hij
Hij kneep in de ontbijtkoek bij A.H
fijn, lekker vers.
Thuis,
in haast in zijn mond
gepropt, geschrokt
verslikte en stikte
bijkans in de plak.
Hij hoestte en proestte
maar 't bleef zitten.
In benauwdheid flitste
heel zijn leven voorbij
wat gedaan al, nog moest,
familie, werk, de planning...
Kan een man,
die alles kan,
muzikaal, inventief, geniaal,
de baas allemaal,
geveld en sterven aan iets zachts,
een paar dagen blauw koud,
voordat gevonden,
oorzaak een stukje koek?
Nooit!, dat was hem te banaal!
Zich dat bewust,
sprong 't uit zijn keel,
kreeg hij lucht weer,
slaakte heel diep een zucht weer.
En rende verder.
Zij
Die dag was er nog van alles
voordat ze weg zou,
vlug dit en nog dat even
alvast muesli lekker op hoog vuur
bloemen, boodschap zaterdags vóór tien uur
en kassaspits,.
Toen ze terugkwam,
rook het pand naar brand
walm, blauw tot in de gang
gelukkig alleen
de pan, muesli zwart
pakte ze de pan, en pang, in de bak,
deed alle ramen wijd open,
hoe had ze zo weg kunnen lopen?
Weer alles dicht,
viel toch nog wel mee, fijn.
Rende ze weg weer naar de trein.
Geplaatst in de categorie: actualiteit