inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 64.492):

Een Utrechts sprookje

Er was eens een jongen die liep langs de gracht
het water bepaalde zijn stappen.
Hij gaf er niet om waar de stroming hem bracht.
Hij was acht, maar hij kon al wel snappen
dat je nooit komt waar je verwacht.
Op de achtergrond klonken de klappen
van klokken ver boven zijn macht in de Dom.
Rom bom, rom bom.

In de stad werd het jochie een vent.
Hij maakte er vrienden, ontdekte talent
en wat hij verdiende ging naar zijn instrument.
Als het tegen zat, sloeg hij zijn trom
en vergat hij de wereld rondom.
Rom bom, rom bom.

Hij leerde liefde kennen door verschillende vrouwen.
Eerst waren er drie om te wennen aan hoe je van iemand kunt houden,
maar hij kon niet voorspellen in zijn wildste fantasie
dat de ware - die hij slechts kende uit de poëzie -
nu voor hem stond om te vertellen over zijn hoe en waarom.
Hij kwam, hij zag, zij overwon
en al zag hij zichzelf nooit als een bruidegom,
hij wist dat hij met haar ging trouwen.
Zo klonken de klappen van knikkende knieën
recht boven de klok van de Dom.
Rom bom, rom bom.

Een kind werd geboren, een prachtige dochter,
zijn leven veranderde vlug.
Verloren liep hij op de grachten waar hij had gevochten
en dacht zonder heimwee terug.
In de nacht werd het stil in de straten,
hij keek naar het water dat glom vanaf de Stadhuisbrug.
Er werd gefluisterd door de toren,
zo zacht dat alleen hij kon horen,
dat het tijd was de stad te verlaten.
Hij draaide zich nog één keer om
en zei: hier waar ik lang gelukkig leefde,
keer ik ooit weer terug,
want mijn hart slaat gelijk met de Dom.
Rom bom, rom bom.

Schrijver: Joeri Blomberg, 16 december 2017


Geplaatst in de categorie: landschap

4.0 met 13 stemmen aantal keer bekeken 155

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Hanneke van Almelo
Datum:
16 december 2017
Heerlijk, met veel plezier gelezen!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)