ver is mijn Wad
het land naar zee grenst
oevers over de wrakke
kwelder die met water
lijkt besprenkeld
morgen is de zee weer
haalbaar dichtbij
en draaien kolken onbemand
de wisseling van wacht, eb naar
vloed in tijden nooit gekeerd, onhebbelijk
staar ik naar het Wad dat steeds opnieuw
in dromen aanlandig mij verrast
zij is als een viool ter hand
te dragen, spreekt door meeuwen taal
mij tegemoet wanneer ik de zon
zie zinken in haar warme, warme lente gloed
zo ook groet ik haar als ik
eens niet ben, naar als de
vrucht des duivels kind
benoem ik haar steeds
de hoedster van mijn altaar
... het Wad, de polder dat op kwelders drijft, te aanschouwen in een droom die eeuwig blijft ...
Schrijver: elze, 30 maart 2019Geplaatst in de categorie: algemeen