Ik, de dieren en het meisje.
Er zitten eksters op het dak
zo van die harteloze krengen
die niks als deernis komen brengen
voorlopig houden z'hun gemak.
Er kruipen mieren op mijn borst,
ik vraag me af wat is hun streven
waarom dat naarstig jachtig leven
van al dat peinzen krijg ik dorst.
Er zit een jakhals in mijn hoofd
wat wil dat beest wil toch graag ontsnappen
en naar je lijf en leden happen
gelukkig is hij nog verdoofd.
Er ligt een meisje in mijn bed,
ze zocht een schuilplaats voor de regen.
Pas als wij in elkaar bewegen
dan zijn de bakens echt verzet.
Geplaatst in de categorie: filosofie
Leuk en origineel vers, Koen.
Een paar vragen/opmerkingen:
Er staan punten in het vers die niet alleen overbodig zijn maar ook het lezen verstoren.
Laatste strofe: spatie tussen mijn en bed en in elkaaR bewegen.
Mooi de viervoetige jambe gebruikt, waarom niet in de laatste regel?