Wanneer de draaiorgels slapen
Vanavond lep ik over de singels.
De grachten bogen naar binnen
als vermoeid met veel herinnering
onder de bruggen die traag bleven staan.
De dag was duidelijk met hun lot begaan
en liet ze traag in hun oud bestaan.
In de ramen kierden gordijnen open
als maar half gelede ogen.
Het gerucht van mijn stap klonk als
verstoord tegen de gevels op.
In de stad was het leven tot morgen
roerloos en zwijgend opgeslagen.
Ook de magazijnen de winkeletalages en
woonkamers hadden hun geluid afgedragen,
de doodse bedrijfspanden en de oude loodsen,
waarin draaiorgels al lang stonden te slapen.
Misschien weefde in hun kast een muziek
met kort tromgeroffel en rinkelende bellen,
teer in zich zelf voldaan en voor hen uniek
tevreden schommelend op de eigen schellen.
Ze hoefden deze nacht niemand te wekken
uit de terecht verzonken slaap.
Maar morgen zouden ze de stad versieren
met akkoorden luchtig levendig en raak.
Geplaatst in de categorie: algemeen