(ii) Opvlammend
Lijnen wikkelen zich
rondom mijn woorden.
De kinderlijn ontbreekt
tussen de werken van de maan –
jij, mijn kind, loopt
door een woud van zinnen,
onzichtbaar tussen de bomen
blootsvoets, onbedekt
(maar:
ik voel je voetzolen,
vochtige wind op je huid);
wie ben je geweest
of zal je er wel zijn
als ik de weg vind
naar onze tijd samen
voorbij de grens
die zich nu wel
heeft laten zien…
gloeiend, vloeiend,
voor de schaduwen uit,
leg ik mijn grenspaal neer
en merk de dagen weer
als mijn land.
Dit leven bracht toch een kind voort.
Geplaatst in de categorie: spiritueel