Voor de opperzangmeester
Wie kent het grote reislied dat niet
Als de ijdele hymnes van de malaroneslikkers
Onledig de wankele verte bezingt maar het zelf
Dat altijd doorwandeld, omlopen, betreden
Moet worden om - toch vaak vermeden
weer vast te stellen wat er zelf aan is
Het zelf is eindelozer dan de sterrenwinden
Het vat zich samen op het puntje van de tong
Maar houdt banaal zijn dieptes voor zichzelf verborgen
Misschien morgen, liefste, morgen
Dan zal ik je zeggen of er nog iets van me over is
23 oktober 2022
Geplaatst in de categorie: individu