Introductio
Stel dat ik buitenaardsen zou ontmoeten,
En ik zodoende de verplichting draag
Om met een plechtig uitgesproken ‘daag!’
Hen namens heel de mensheid te begroeten?
In een gesprek, met handen en voeten,
Beantwoord ik geduldig elke vraag,
Over de aardkorst en de ozonlaag,
Het staatsbestel, de schaarste, schuld en boete.
Dan zou ik vragen of bij nieuwe maan
Hun slapeloze dichters, half bezeten
Met kroontjespen en schrift de strijd aangaan,
De zwarte gaten van het denken meten?
En knippen zij ook steeds het licht weer aan,
Uit vrees dat zij het ’s ochtends zijn vergeten?
Geplaatst in de categorie: heelal